Maar liefst 120 Oekraïners staan bij Albert Heijn in de regio Haaglanden op de loonlijst. Op kosten van het bedrijf krijgen ze taallessen, in het Nederlands of Engels. Drijvende kracht achter het project is Eva van Egmond, supermarktmanager van filiaal Het Kleine Loo. ‘Het is een beetje uit de hand gelopen, maar ook een groot succes geworden.’
Hoe kwam je voor het eerst met Oekraïense vluchtelingen in aanraking?
‘Bij ons in de omgeving, in wijken als Scheveningen en Duinzigt, zitten veel expats, dus ook veel Oekraïners. Zodra de oorlog uitbrak, haalden zij al hun familieleden meteen naar Nederland. Om ze een warm welkom te geven ontstond bij ons het idee om ze een Nederlands boodschappenpakket aan te bieden.’
Was dat ook het begin van dit project?
‘Daar ontstond wel het idee. We kregen meteen vragen terug: kunnen we iets voor jullie doen? Schoonmaken of ergens wat vakken vullen? Vrijwel allemaal hadden ze een enorme drijfveer om zo snel mogelijk te aarden en iets te doen, om mee te werken aan de wederopbouw van hun land, of om geld te sturen naar de familieleden die waren achtergebleven. Dus toen zijn we gaan nadenken. Het was eigenlijk nog nooit gedaan, mensen aan het werk zetten die totaal geen Nederlands of Engels spreken. Maar we besloten om het gewoon te proberen en dat heeft over het algemeen heel goed uitgepakt.’
Was het zo simpel?
‘Ik heb het idee gepitcht bij de directie en die zeiden gelukkig: ga het maar proberen. We hebben natuurlijk een bepaalde voorbeeldfunctie. Eén op de vijf Nederlanders heeft ooit bij Albert Heijn gewerkt, we zijn een van de grootste werkgevers van Nederland. Maar ik denk dat het succes vooral te danken is aan de mentaliteit van de meeste Oekraïners. Ik heb ze leren kennen als ongelooflijk harde werkers. Een werkweek van zestig uur vinden ze heel normaal, terwijl veertig uur bij ons het maximum is.’
Jullie bieden ook Nederlandse les aan?
‘Ja, of Engelse les. Dat is afhankelijk van wat ze al spreken en in hoeverre ze van plan zijn om echt hier te blijven. Als je van plan bent om nog naar een ander land te gaan, is het misschien handiger dat je Engels spreekt dan Nederlands. Dat is in een stad als Den Haag ook prima, er zijn heel veel winkels waar nog nauwelijks Nederlandssprekend personeel is.’
Hoe gaat het in zijn werk? Krijgen ze eerst een spoedcursus en gaan ze daarna aan de slag, of zijn ze vanaf de eerste dag aan het werk?
‘Ze gaan meteen aan het werk en volgen tegelijkertijd taallessen, dat werkt het lekkerst, ook voor de Oekraïners. Ze vinden het fijn om elkaar bij de taallessen te zien, om het even over het werk te hebben, te bespreken waar ze tegenaan lopen.’
Maar dan is er dus wel een taalbarrière op de werkvloer…
‘Met Engels kom je een heel eind en als ze dat niet spreken is er vaak wel een andere Oekraïner die kan helpen. En zeker in het begin gebruikten we veel een vertaal-app op de telefoon.’
Dat gaat vast beter als ze wat taallessen hebben gehad, maar ze daar niet wat een pak spinazie is, toch?
‘Nee, maar dat hoeft ook niet. Je merkt dat er een bepaalde zelfverzekerdheid ontstaat, waardoor dat pakje spinazie opeens ook te vinden is, of ze kunnen aan hun Nederlandse collega’s vragen om die klant even te helpen. Bij mij in de winkel heb ik bijvoorbeeld een dame met wie ik zes maanden geleden alleen kon communiceren via de app en die ik nu gewoon kan vragen waar de sleutel is van de flessenautomaat. Dat leren ze ook niet in de cursus, maar een paar basiswoorden maken in de communicatie al een wereld van verschil.’
Zijn de lessen gratis?
‘Ja, we bieden de lessen kosteloos aan. Met de voorwaarde dat ze in de periode dat ze de lessen volgen bij Albert Heijn werken. En andersom: als ze bij ons werken, mogen ze de lessen volgen.’
Inmiddels werken er 120 Oekraïners bij jullie. Hoe komen ze bij jullie binnen?
‘In het begin was het vooral de gemeente die mensen aandroeg, maar er komen er ook veel binnen via mensen die hier al werken. Veel Oekraïners wonen bij elkaar in de buurt en ze zeggen tegen elkaar: joh, kom eens kijken of het ook iets voor jou is. Dat geeft denk ik wel aan dat ze het leuk vinden om hier te werken. Met veertig filialen is het meestal ook wel mogelijk om ze te plaatsen in een winkel in hun eigen buurt. In mijn eigen winkel heb ik nu vijf Oekraïense vrouwen rondlopen, maar bijvoorbeeld in het XL-filiaal zijn er twaalf aan het werk.’
Is het alleen een succesverhaal of liepen jullie ook tegen problemen aan?
‘Nou, de collega’s op de vloer vonden het in het begin echt wel lastig. Normaal werk je iemand in en dan doe je daar bijvoorbeeld vier keer over. En dat was nu vijf of zes keer. Dat zorgde af en toe wel voor wat irritatie. Anderzijds maakten de Oekraïners veel goed met hun mentaliteit. Het werd snel duidelijk dat ze hard wilden werken, dus dat maakte wel een hoop goed. Dat onderlinge begrip en het vertrouwen moesten wel groeien, dat kostte tijd.’
En krijgen jullie financiële ondersteuning? Subsidie van de gemeente bijvoorbeeld?
‘Nee, niets. Bedrijfseconomisch is het misschien wel onhandig. De taallessen besteden we uit aan een taalbureau en kosten ons veel geld, daar moeten we ook gewoon eerlijk over zijn. Maar het levert ons op dat deze mensen gewoon lekker in hun vel zitten, hun werk kunnen uitvoeren en iedere dag met een glimlach hier verschijnen. Dat is wel heel veel waard.’
Is er een advies dat je zou willen meegeven aan andere werkgevers die overwegen om met Oekraïners aan de slag te gaan?
‘Gewoon doen, zou ik zeggen, maar ik heb makkelijk praten, ik ben geen ondernemer. Het bedrijfseconomische stuk is gewoon heel spannend. Maar ik zou het zeker proberen, ik weet dat je er heel veel voor terugkrijgt.’