Thema's
- Instroom
- Uitstroom
Chemische industrie (Sbi 20)
De chemische industrie is een belangrijke branche in Nederland, op Europees niveau zijn we het vierde land (gemeten in omzet) en de tiende wereldwijd. Deze voor de Nederlandse economie essentiële basisindustrie is met 45.000 werknemers en € 71 miljard omzet per jaar goed voor bijna 19 procent van de export.
De chemie speelt een sleutelrol: doordat chemiebedrijven stoffen en materialen voor vele industrieën produceren, werken innovatie en verduurzaming in de chemie door in grote delen van de Nederlandse economie.
De chemische industrie werkt aan de transitie naar een CO2-arme industrie. Dit vraagt dat de industrie samen met de overheid en wetenschap met focus en vaart inzet op de klimaattransitie waarin innovatie centraal staat. Als klein land hebben we dankzij onze ligging met zes chemieclusters, opleidingen en juiste mentaliteit de goede uitgangspositie voor de klimaattransitie en een gezonde en veilige toekomst van onze chemische industrie.
De chemische industrie werkt aan de transitie naar een CO2-arme industrie. Dit vraagt dat de industrie samen met de overheid en wetenschap met focus en vaart inzet op de klimaattransitie waarin innovatie centraal staat.
werknemers in de branche
bedrijven in de branche
Zes chemieclusters - 'Steden' boven én onder de grond
Nederland heeft een gunstig vestigingsklimaat voor de chemische industrie omdat er de juiste randvoorwaarden aanwezig zijn. Zo zijn belangrijke grondstoffen beschikbaar of kunnen deze worden aangevoerd via de haven van Rotterdam of via pijpleidingen. Daarnaast zijn er directe lijnen tussen de belangrijkste chemiecentra in Nederland en die van België, Duitsland en Noord-Frankrijk.
Ons land huisvest, mede vanwege die gunstige geografische ligging, een aantal unieke chemieclusters die samen de ruggengraat van de Nederlandse chemische industrie vormen. Voor de productie, het vervoer en het gebruik van bijvoorbeeld grondstoffen en energie zijn deze clusters onderling nauw met elkaar verbonden en wordt er intensief samengewerkt. De clusters zijn:
De branche kent tekorten. Dit heeft te maken met beperkte instroom vanuit het onderwijs. Aanleiding tekort instroom hangt samen met de onbekendheid van de branche bij het grote publiek. Veel bedrijven hebben te maken met een grote groep oudere werknemers die binnen afzienbare tijd met pensioen gaan, de concurrentie op de arbeidsmarkt is groot en de branche heeft te kampen met een negatief imago.
Steeds duidelijker wordt dat het aantrekken van jongeren naar de belangrijke mbo-studies (chemie, elektrotechniek, werktuigbouw) een uitdaging is, terwijl de toekomstige vraag enorm is. De branche moet zijn best doen om meer mbo-jongeren te interesseren voor een baan in de chemie. Daarbij wordt specifiek ingezet op ‘meer meiden’ naar de industrie. De zoektocht naar goed opgeleide meisjes en jongens als werknemers voor de chemische industrie kent vele uitdagingen. Dit is geen nieuw probleem maar het probleem wordt wel steeds urgenter. In gezamenlijkheid met C3 organiseert VNCI beroepenvoorlichting op basisscholen en voortgezet onderwijs.
Er is veel behoefte aan procesoperators en electromonteurs op alle niveaus, maar vooral mbo (4).
In 2021 werkten er ongeveer 45.000 mensen in de chemische industrie. Ongeveer een derde van het personeel in de branche heeft een hbo- of hogere opleiding gevolgd. Ruim tweederde van het personeel heeft een mbo-opleiding genoten. Instroom vooral op Mbo 3 en 4.
Bij organisaties als Vapro zijn verschillende beroepsopleidingen te volgen, ook voor mensen die willen overstappen vanuit andere beroepen.
Voorbeelden van opleidingen:
Daarnaast bieden sommige hogescholen ook meer gespecialiseerde opleidingen op het gebied van voedingsmiddelentechnologie, kunststoffen, energietechnologie en andere gerelateerde vakgebieden, die ook van toepassing kunnen zijn binnen de chemische industrie.
Via het online dashboard Onderwijs-Arbeidsmarkt zijn cijfers te vinden rondom in- en uitstroom van de Nederlandse chemie-opleidingen en doorstroom naar de chemische arbeidsmarkt.
In nauwe samenwerking met Chemielink opereren in Nederland een flink aantal, chemisch georiënteerde, publiek private samenwerkingsverbanden op mbo-/hbo-niveau. Het gaat dan om de zogenaamde CIVs (mbo Centra van Innovatief Vakmanschap), COEs (hbo Centres of Expertise) en RIFs (mbo-projecten uit het Regionale Investerings Fonds). In totaal gaat het om circa 15 mbo-/hbo-centra met een chemische inslag.