Voor de horeca zijn het roerige jaren geweest. Met eerst de coronacrisis en nu een tekort aan personeel over de hele sector, zijn er veel bedrijven ten onder gegaan. In de eerste twee kwartalen van 2023 stopten 4058 bedrijven in de horeca. In 2018 waren dat 3386. Maar bij Hotel Restaurant Grandcafe ‘t Voorhuys in Emmeloord is dat absoluut niet het geval. Vinden en binden van personeel is voor horecaondernemer Twan Hakvoort de normaalste zaak van de wereld.
Hakvoort noemt de omgang met zijn collega’s koffiemanagement. “Het is een kwestie van lief zijn voor je medewerkers. Zorg dat je altijd tijd hebt om een kop koffie met ze te drinken. Zo houden je collega’s het gevoel dat er tijd voor ze is.”
Buiten je comfortzone
Hakvoort werkt bij ‘t Voorhuys niet met een plan. “Het belangrijkste is dat we onze medewerkers waarderen, dat er tijd voor ze is en er een fijne werkcultuur heerst”, zegt hij, terwijl hij zijn schouders ophaalt. Ondertussen komt collega Milou langs om te vragen of Twan nog een kop koffie wil tijdens het interview. “Milou”, zegt Twan. “Jij weet het beste te vertellen waarom het werk hier fijn is. Ik haal de koffie wel. Wil jij even zitten om jouw kant van het verhaal te vertellen?” Milou knikt. Zo gezegd, zo gedaan.
Milou (18) is na haar stage bij ‘t Voorhuys blijven plakken in de bediening. Ze doet de middelbare hotelschool en wil uiteindelijk doorgroeien naar een baan in de front office. “Ik vind het gewoon leuk hier”, zegt ze, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. “De mensen in hogere functies zijn heel open over hun werk. Zo had ik een keer een vraag over welke bestellingen er worden gedaan door ‘t Voorhuys. Dezelfde dag kreeg ik inzicht in alle financiën.”
En stel, als Milou een bedrijf vindt waar ze ook aan het werk kan, zou ze dat dan doen? Ze begint te lachen. “Nou, dat is niet de beste vraag om aan mij te stellen”, vertelt ze. “Ik moet namelijk binnenkort weg.” Twan komt aanlopen met de koffie. “Ja, ik wil niet dat ze blijft”, vult hij aan. Milou moet voor haar opleiding een derde stage lopen en blijft het liefst bij ‘t Voorhuys. Maar dat wil Twan niet. “Niet omdat Milou niet goed is. Nee, ze is een topper. Maar het is belangrijk dat ze ervaring opdoet bij andere bedrijven en buiten haar comfortzone treedt.” Milou kan uiteindelijk terugkomen bij ‘t Voorhuys, maar alleen als op andere plekken ervaring heeft opgedaan.
Generatiemanagement
Hakvoort is 35. “Wij zijn als millennials de eerste generatie die is opgegroeid met internet. Daardoor hebben we een bredere blik op de wereld dan de generaties voor ons.” Hij spreidt zijn armen. “Dit kan je worden nu. Maar vroeger was dat niet zo. Als je vader timmerman was, werd je waarschijnlijk ook timmerman. Nu hebben we meer informatie en meer mogelijkheden. Ik wil dat mijn medewerkers die mogelijkheden pakken.”
Maar wel op hun eigen manier. In de afwas, frontoffice en de bediening werken verschillende generaties samen in ‘t Voorhuys. De jongste medewerker is 15 en de oudste medewerker 65. “De jongste medewerker werkt in de afwas. Dat doet hij samen met iemand die 64 is. Zij hebben allebei hele andere behoeftes.” Zo vindt Twan het vanzelfsprekend dat de 64-jarige medewerker tijdens een dienst af en toe moet zitten. “We hebben de baan van onze oudere collega aangepast, zodat ze de werkuren en werkdruk aankan.”
De jongere generatie
Twan vindt het ook prima dat een 15-jarige medewerker tijdens het werk af en toe een berichtje op zijn telefoon beantwoordt. “Als ik van iemand van 15 de telefoon afpak, dan is dat bijna hetzelfde als dat ik hem vraag of ik zijn arm mag amputeren”, zegt hij. “Als werkgever vragen we buiten werktijd om de privétijd van mensen. Bijvoorbeeld als we in de groepsapp een vraag stellen. Ze reageren in hun vrije tijd. Ik steel eigenlijk een stukje van hun tijd op dat moment. En zij stelen een stukje van mijn tijd als ze tijdens werk een berichtje beantwoorden. Zo blijft dat in balans.”
‘t Voorhuys is actief op Facebook, Instagram en in mails. Daar komt dit jaar ook TikTok bij. Maar dat gebeurt niet zomaar. “De marketingstagiaire (16) zat tijdens de pauze op haar telefoon TikTokvideo’s te kijken. Ik vroeg haar wat ze aan het doen was. Ze liet haar telefoon zien en ik zei dat ik nog steeds geen idee had. ‘Weet jij niet wat TikTok is?’ vroeg ze met grote ogen.” Twan gaf de stagiaire de opdracht om hem iets te leren over TikTok. Ze bereidde een presentatie voor en mocht aan de slag met TikTok voor ‘t Voorhuys. “We hebben een aantal targets gesteld voor haar stageperiode op het gebied van TikTok. Zo kan een collega die even op haar telefoon zit tijdens de pauze uitlopen op een heel nieuw plan.”
Personeelsverloop
‘t Voorhuys bleef de medewerkers betalen tijdens lockdowns. Ook de medewerkers met 0-urencontracten. Die kregen betaald op basis van het gemiddelde aantal uren in de maanden ervoor. “Zij waren er voor mij, dus ik ben er voor hen”, zegt Twan. Met als resultaat dat toen de lockdowns voorbij waren en Twan vacatures had, hij veel sollicitanten kreeg. “Dat is een stukje mond-tot-mondreclame”, legt hij uit. “Want als Milou in coronatijd bijvoorbeeld met haar vriendinnen op de bank zat en vertelde dat zij gewoon betaald kreeg, is dat goede marketing voor ons bedrijf. Daarna wilde iedereen hier komen werken. Een mooie bijkomstigheid, maar niet waarom ik het gedaan heb.”
Het verloop van personeel is bij ‘t Voorhuys zeer laag. “Ik weet niet eens hoeveel mensen er zijn vertrokken, omdat het nooit een probleem is geweest”, zegt Twan. “Het grootste deel van de mensen dat hier weggaat, bestaat uit parttimers die hun opleiding hebben afgerond en doorstromen naar een ander vakgebied. Van het vaste team vertrekt er eigenlijk nooit iemand.”
Jaren geleden heeft Twan wel een collega moeten ontslaan. Een unicum voor hem, maar met een goede reden. “Ik zag dat die collega niet met plezier naar het werk ging”, vertelt hij. “Maar ze had het geld nodig om voor haar gezin te zorgen. Met haar heb ik afgesproken dat ik haar een bepaalde tijd bleef doorbetalen, zodat ze rustig op zoek kon naar een baan die beter bij haar past. Nu is ze gelukkig in een nieuwe functie bij een ander bedrijf.”
“Zie medewerkers niet als last”
De grootste tip die Twan heeft voor andere ondernemers is dat het leuk moet blijven. Voor jezelf en voor je medewerkers. “Als je zelf 60 uur per week werkt, erger je je sneller aan tegenslagen. Dan kunnen er drie mensen bij je komen met een klacht en val je tegen de vierde persoon uit. Projecteer je eigen sores niet op je collega’s.” Daarom zorgt Twan er zelf voor dat hij niet te veel uren maakt. Dat is fijn voor zijn eigen werkdruk en voor de tijd die hij aan collega’s kan besteden. “Een collega moet zich vrij voelen om naar me toe te komen voor een kop koffie. En ik wil die kop koffie dan gelijk samen kunnen drinken.”
“Ondernemen is niet denken in ‘wij’ en ‘zij’. “We doen het samen. En als je als ondernemer je medewerkers als een last gaat zien, hou dan alsjeblieft op met ondernemen”, zegt Twan stellig. “Bij ‘t Voorhuys hebben we nu een nieuwe collega die enorm angstig was in de eerste maand. Die is bij een ander bedrijf ontslagen toen het even minder ging, dus was diegene bang dat we dat hier ook zomaar zouden doen. Zulk wantrouwen is geen fijne manier van werken, dus daar hebben we gelijk zekerheden ingebouwd.”
Twan is vader van drie kinderen, van 3, 6 en 8 jaar oud. “Ik zie mijn medewerkers als mijn eigen kinderen. Soms moet ik ze bijsturen, soms moet ik ze liefde geven, soms moeten ze een schop onder hun kont krijgen. Het doel is om ze dingen te leren, ervoor te zorgen dat ze de wereld aankunnen en ze gelukkig te houden. Zowel mijn kinderen als mijn medewerkers.”