Elke gemeente heeft een taakstelling omtrent de huisvesting van statushouders. Het COA koppelt de statushouders aan de betreffende gemeente.
Het is voor de integratie en participatie belangrijk dat statushouders zo snel mogelijk een eigen verblijfplaats krijgen. Direct nadat statushouders hun verblijfsvergunning hebben ontvangen, voert een COA-medewerker een huisvestings- en screeningsgesprek met hen.
Tijdens dit gesprek wordt gevraagd naar bijzonderheden voor de benodigde huisvesting, de opleiding en de werkervaring in het land van herkomst. Naast de verblijfplaats van eerstegraads familieleden en medische bijzonderheden zijn dit de ‘harde’ criteria. Daarnaast worden de ambities en het sociale netwerk in kaart gebracht. Dit worden ‘zachte’ criteria genoemd.
Klik hier voor meer informatie over dit onderwerp
Ons advies aan de werkgever is om een kopie van het arbeidscontract te overleggen aan de medewerker van het COA, zodat deze factor kan worden meegenomen in de beslissing aan welke gemeente iemand gekoppeld wordt.